17.0 - Inleiding
Het is warm in de directiekamer van ijsfabriek Vrieza BV. De directeur, Karel, en de marketingmanager, Sonja, zitten bij elkaar en bespreken de marketing rond het door het laboratorium nieuw ontwikkelde ijsproduct Softa. Het is een pakje met poeder dat de consument zelf met een liter water kan aanmaken waarna het mengsel in het vriesvak moet worden geplaatst. Na een half uur heeft de consument dan heerlijk direct schepbaar softijs.
Proefpersonen waren enthousiast, zo blijkt uit een onderzoek van Sonja, vooral over de bijzonder lekkere smaak. De handel is duidelijk in het product geïnteresseerd, vooral omdat het geen (schaarse) ruimte vraagt in de vrieskasten. De kostprijs voor een liter ijs is slechts € 0,50 per pakje. Nu wordt besproken welke beslissingen ten aanzien van de consumentenprijs moeten worden genomen. Duidelijk is dat de consument de prijs van dit nieuwe product moeilijk kan vergelijken met de prijs van normaal ijs uit de vrieskast. Die prijs varieert afhankelijk van kwaliteit en soort van € 1,50 tot € 4,00 per bak van 500 gram. Het voordeel voor de consument zit in het gebruiksgemak en in de heerlijke smaak van het softijs. Er zijn voorlopig twee smaken: vanille en aardbeien. De consumentenprijs van pakjes Softa staat dus niet vast en er zijn nog vele tactische prijsbeslissingen mogelijk. De directeur vraagt de marketingafdeling een opsomming te maken van alle prijsmogelijkheden bij introductie en ook die van daarna als het product eenmaal 'ingeburgerd' is. Hij wil een zo groot mogelijk marktaandeel veroveren en denkt daarbij - rekening houdend met grote concurrenten als Unilever - aan minstens 10% binnen twee jaar. Daarom wil hij ook een gemotiveerde aanbeveling over de te volgen werkwijze met het instrument prijs. Hoe zal die opsomming eruitzien en welke aanbeveling zal er komen?
Meer weten over dit onderwerp? Zie:
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren