1 - Wat is Marketing?
2 - Consumentengedrag
3 - Marketingomgeving
4 - Marktonderzoek
5 - Marktsegmentatie
6 - De strategische ondernemingsplanning
7 - De marketingplanning
8 - De marketingorganisatie
9 - Product en assortiment
10 - Merkenbeleid
11 - Productontwikkeling en de productlevenscyclus
12 - Groothandels- en detailhandelsmarketing
13 - Handelsbedrijven
14 - Fysieke distributie
15 - Distributiebeleid
16 - Strategische prijsbeslissingen
17 - Tactische prijsbeslissingen
18 - Promotie
19 - Reclame
20 - Persoonlijke verkoop
21 - Sales promotion, public relations en sponsoring
22 - Direct marketing
23 - Businessmarketing
24 - Dienstenmarketing
25 - Not for profit marketing
26 - Citymarketing
27 - Digitale Marketing
28 - Guerrilla Marketing


Wat vind jij?

Focus is voor elke onderneming belangrijk.


Wij passen Product Leadership toe.Wij passen Operational Excellence toe.Wij passen Customer Intimacy toe.Wij hebben geen scherpe focus.

14 - Fysieke distributie

14.1 - Aspecten van fysieke distributie

Het distributiekanaal (van producent naar consument) is niet alleen een kwestie van bedrijven en hun (marketing)beleid. Het is ook bijna letterlijk een 'kanaal' waar goederen doorheen moeten. Hier zijn we op het terrein van de fysieke distributie. Dit omvat alle activiteiten die samenhangen met de voortstuwing van gereed eindproduct van de producent naar de finale consument.

Het doel van fysieke distributie is: het product op de gewenste plaats beschikbaar maken tegen zo laag mogelijke kosten. In dit doel zit een tegenstrijdigheid: langzaam transport en kleine voorraden bijvoorbeeld brengt relatief lage kosten met zich mee, maar ze verslechteren de beschikbaarheid. Het product zal niet altijd en overal te koop zijn. Dat kan een gedeelte van de omzet of zelfs afnemers kosten. Voor het marketingbeleid zijn dit zeer belangrijke overwegingen. Daarom wijden we een apart hoofdstuk aan fysieke distributie.

Het werkgebied van fysieke distributie beslaat maar een deel van de gehele productieketen. Dit blijkt uit figuur 14.1




Figuur 14.1 Goederenstroomterminologie

Figuur 14.1 benoemt drie werkgebieden vanuit het perspectief van een producent:

1 Materials management
Dit werkgebied beslaat alle fysieke goederenstromen tot het moment dat het eindproduct bij de producent gereed is. Voor de producent betekent dit: verkrijging, transport en opslag van grondstoffen en halffabrikaten, en de voortgangsstroom tijdens het productieproces.

2 Fysieke distributie (of: physical distribution management)
Dit werkterrein begint bij de voorraad gereed eindproduct van de producent en eindigt bij de consument. Ook als bijvoorbeeld de grossier de voortstuwing overneemt, blijft de fysieke distributie tot aan de consument een aandachtspunt voor de marketeer aan producentzijde.

3 Logistiek (of: business logistics)
Logistiek is het totaal van materials management en fysieke distributie. Het gaat dus om alle activiteiten om de goederenstroom in de gehele bedrijfskolom te beheersen. Logistiek is het werkterrein van de logistiek manager. Maar soms houdt iemand met de functietitel 'logistiek manager' zich alleen bezig met de fysieke distributie van gereed product. Kijk dus uit voor die verwarring.

De figuur laat verder zien dat er parallel aan de goederen ook informatie door het distributiekanaal stroomt. Het gaat bijvoorbeeld om de informatie: waar is nog hoeveel voorraad van het product en wat is de houdbaarheidsdatum? De continue uitwisseling van informatie is onlosmakelijk verbonden met de activiteiten rond fysieke distributie.

De fysieke distributie van producenten en distributiebedrijven is vaak sterk verstrengeld. Als bijvoorbeeld de grossier veel voorraad houdt, kunnen zowel de producent als de detaillist met minder voorraden toe.

Fysieke distributie omvat alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor een qua tijd, plaats en hoeveelheid juist afgestemde goederenstroom. De functies van fysieke distributie zijn:

  • intern transport van gereed product bij de producent;
  • aanhouden van voorraden bij de producent;
  • extern transport van de producent naar zijn afnemers;
  • aanhouden van voorraden bij de afnemers;
  • intern transport bij de afnemers;
  • communicatie en administratie rondom bestelling, transport, levering en voorraad.

In een productieonderneming hebben de volgende drie managers bemoeienis met de goederenstroom:

  • de bedrijfsleider (of: plant manager), die de productieverantwoordelijkheid heeft;
  • de fysieke-distributiemanager (of: logistiek manager), die verantwoordelijk is voor de kosten van opslag en transport;
  • de marketingmanager, die een omzet- en margeverantwoordelijkheid heeft.

Deze verantwoordelijkheden kunnen tot botsingen leiden. Als bijvoorbeeld de marketingmanager de afnemer een kleine hoeveelheid product zo snel mogelijk wil leveren, botst dat met de verantwoordelijkheid van de logistiek manager, die uit kostenoverwegingen alleen volle vrachtauto's de weg op wil sturen.


Meer weten over dit onderwerp? Zie:



Reacties

Er zijn nog geen reacties.
 Meld je aan met LinkedIn om te reageren