4.10 - Meetniveaus
Om gegevens in getallen uit te drukken (kwantificeren) en te beoordelen (kwalificeren) heeft men een maatstaf nodig. Voor het kwantificeren en kwalificeren van kenmerken van mensen (leeftijd, inkomen) of gedragingen (hoe vaak koopt iemand een product) en dergelijke is het construeren van een maatstaf eenvoudig. Een maatstaf construeren voor wat mensen denken, voelen en dergelijke (zoals bijvoorbeeld voor attitudes), is veel moeilijker: Hoe sportief is het imago van een bepaald merk? Welke rol speelt voetbal in iemands leven?
Er bestaan vier soorten maatstaven (meetniveaus; schaaltypen). Ze zijn in oplopende volgorde geschikt voor getalsmatige metingen en berekeningen. Onderstaande rijtje (ezelsbruggetje: NOIR) geeft van boven naar onderen steeds betere mogelijkheden voor berekeningen:
- nominaal meetniveau;
- ordinaal meetniveau;
- intervalmeetniveau;
- ratiomeetniveau.
Tabel 4.5 Meetniveaus verklaart de betekenis en functie van deze meetniveaus.
Tabel 4.5 Meetniveaus eigenschap nominaal
meetniveauordinaal
meetniveauinterval
meetniveauratio
meetniveauherkomst van benaming nomen (Latijn) = naam ordinal (Frans) = met rangorde interval = gelijke afstand ratio (Latijn) = berekening ordening en afstand tussen schaalwaardne geen rangrode met ongelijke afstanden rangorde met gelijke afstanden rangorde met gelijke afstanden nulpunt geen geen willekeurig nulpunt natuurlijk nulpunt berekeningen geen geen wel optellen en aftrekken; neit vermenigvuldigen en delen alle denkbare statistische bewerkingen geen modus
mediaanmodus
mediaan
rekenkundig gemiddelde
standaard-afwijkingmodus
mediaan
rekenkundig
gemiddelde
standaard-afwijking
voorbeeld 1 wat is uw woonplaats? hoe vaak komt u in deze supermarkt:
nooit
zelden
vaak
altijdHoe koud is het vriesvak van de supermarkt?
minus ... graden CelciusHoe oud bent u in jaren?
... jaartoelichting 1 Aalsmeer is niet hoger of meer dan Zoetermeer respondent kan verschil tussen nooit en zelden kleiner of juist groter vinden dan tussen vaak en altijd = ongelijke afstand verschil tussen -5 en -10 is net zo groot als tussen -10 en -15; maar -10 is niet 2 keer zo koud als -5 bij de berekeningen moeten we aanhouden dat alle mensen die antwoorden 21 jaar gemiddeld 21,5 jaar oud zijn voorbeeld 2 welke merken frisdranken kent u? hoe goed vond u deze film:
1 strer
2 sterren
3 sterren
4 sterrenhoeveel aandacht trekt dit affiche? toelichting 2 met de relatieve frequenties op basis van een nominale meting (interval-meetniveau) zijn wel berekeningen mogelijk allerhande symbolen kunnen de rangorde aanduiden in marktonderzoek komt het interval meetniveau (behalve voor temperaturen) nauwelijks voor aandacht valt te meten door het meten en tellen van oog-bewegingen en hersenactiviteit; deze hebben een natuurlijk nulpunt
Meer weten over dit onderwerp? Zie:
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren