6.0 - Inleiding
De marketingmanager van Constructa BV en zijn assistente hebben een werkbespreking met de directeur van de onderneming, die er nu commissaris is. Onderwerp van het gesprek is het besluit van de directeur dat er een SWOT-analyse gemaakt moet worden. Hij zou graag zien dat dit door of onder leiding van de marketingafdeling gaat gebeuren.
Constructa BV is een bedrijf dat ontstaan is uit een eenvoudige constructiewerkplaats en is uitgegroeid tot een onderneming die koelvitrines vervaardigt. De markt stokt en de directeur vraagt zich af hoe het bedrijf verder kan groeien. Hij ziet de SWOT-analyse als een ideaal middel om meer inzicht in de mogelijkheden te krijgen.
Maar de marketingmanager vindt dat dit niet zomaar kan. Eerst moet er iets anders gebeuren vindt hij. De assistente verwoordt de aarzeling van de manager. “Welke business hebben wij?” vraagt zij, want een dergelijke vastlegging van het werkterrein van de onderneming is er niet. “We maken koelvitrines” zegt de oprichter. Met die formulering is de marketingmanager het niet eens.
Waarom vraagt deze naar een uitspraak over de business die men heeft en waarom is de marketingmanager het niet eens met de uitspraak van de oprichter ?
Kun jij deze twee vragen na het bestuderen van dit hoofdstuk beantwoorden?
Meer weten over dit onderwerp? Zie:
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren