7.2 - Speciaal: CANVAS businessmodel
Een veel gebruikt businessmodel is het CANVAS Businessmodel. Dit model bestaat uit negen basisbouwstenen, die de logica laten zien van hoe een bedrijf geld wil gaan verdienen. De negen bouwstenen omvatten de vier hoofdgebieden van een onderneming: klanten, aanbod, infrastructuur en financiële levensvatbaarheid. Het businessmodel is als een blauwdruk voor een strategie die geïmplementeerd gaat worden door organisatiestructuren, processen en systemen.
Figuur 7.1 CANVAS Businessmodel
Via de negen bouwstenen worden de volgende vragen gesteld:
1. Klantsegmenten:
- Wie zijn je klanten?
- Welke verschillende groepen onderscheidt je?
- Welke specifieke kenmerken hebben deze klanten: leeftijd, gezinssamenstelling, lifestyle, hobby's, werkzaamheden, etc.
Welke klanttaken zijn belangrijk?
Klanttaken beschrijven wat bovengenoemde klanten willen realiseren. We maken onderscheid tussen drie belangrijke typen klanttaken met als voorbeeld telkens een invulling voor een restaurant:
- Functionele taken: de klant is op zoek naar bijvoorbeeld gezond eten;
- Sociale taken: de klant wil 'trendy' zijn, wil in je restaurant gezien worden;
- Persoonlijke taken: de klant wil zijn emoties uiten, wil iets vieren.
Welke pijnpunten heeft de klant?
Pijnpunten zijn die dingen waar bovengenoemde klanten zich aan ergeren voor, tijdens en na het uitvoeren van een taak. We onderkennen in het algemeen de volgende drie typne pijnpunten:
- Ongewenste resultaten, problemen en kenmerken: de bediening is niet goed, eten smaakt niet, te veel, te weinig, omgevingslawaai, etc.;
- Hindernissen: de klant heeft haast;
- Risico's: de klant kan een verkeerde indruk achterlaten bij de omgeving.
Welke voordelen zoekt de klant?
Voordelen beschrijven de resultaten en de voordelen waar je klanten naar op zoek zijn. We onderkennen vier typen klantvoordelen:
- Vereiste voordelen: goede prijs / kwaliteit verhouding van het eten;
- verwachte voordelen: het totale product dient er goed verzorgd uit te zien;
- gewenste voordelen: voedselketen zit correct in elkaar; regionaal, zuivere producten, geen onderdrukkingen in het 'kanaal';
- onverwachte voordelen: proactief uitwisselen van ervaringen.
2. Propositie:
- Welke producten en diensten heb je?
- Waarin onderscheiden deze producten en diensten zich van de concurrentie; oftewel waarom kiest de klant per product en dienst voor jou?
- Welke problemen van klanten los je op? (zie klanttaken)
- Welke voordelen leveren je producten en diensten op voor je klanten? (zie voordelen die de klant zoekt)
- Hoe kunnen je producten en diensten de pijnpunten van je klanten verzachten?
3. Kanalen:
- Hoe ziet de klantreis er uit? Welke stappen doorlopen je prospects en klanten vanaf het allereerste begin om je producten en diensten uiteindelijk ook stapsgewijs te ontvangen?
- Wat is het onderscheidend vermogen per stap, wat doe je anders dan je concurrenten?
- Wanneer begint het klokje te tikken? (verdienmodel).
Zie de blog van augustus 2022 voor een voorbeeld van een slechte invulling van een klantreis!
4 . Klantrelaties:
- Op welke manier onderhoud je een relatie met je verschillende klantgroepen?
- Welke middelen zet je in om frequent contact te hebben met je doelgroep? Hoe klinkt daarin je onderscheidend vermogen door?
- Hoe vaak zet je elk middel in? Wat is het doel van dat betreffende middel?
- Op welke wijze luister je naar wat klanten willen?
5. Verdienmodellen:
- Welke inkomsten genereer je met het businessmodel?
Op welke manieren? Hoe onderscheidend ben je daarin?- Welke manieren zijn er nog meer mogelijk? Hoe onderscheidend ben je dan?
6. Resources:
- Over welke resources beschik je die nodig zijn om de waardepropositie te realiseren (denk aan mensen, kennis, machines, platformen, fysieke locaties)?
- Op welke manier stem je al die resources met elkaar af (structuur, systemen, cultuur)?
- Hoe sterk is je financiële situatie?
7. Kernactiviteiten:
- Wat zijn de belangrijkse activiteiten die je bedrijf zelf blijft ondernemen om je waardepropositie te realiseren?
- Welke kerncompetenties heb je dan nodig?
- Welek functionele competenties heeft iedereen nodig?
- Welke activiteiten geef je nooit uit handen en waarom?
- Hoe ziet dat totaalplaatje er planmatig uit?
8. Partners:
- Wie zijn je belangrijkste partners met wie je samenwerkt (denk aan toelvereanciers, projectpartners en onderaannemers)?
- Wat voor soort partners hebben we nodig?
- Wat hebben zij ermee te winnen om met ons samen te werken?
- Aan welke criteria moeten die partners voldoen?
- Hoe kunnen wij hen helpen om succesvol te zijn?
- Kan het profijtelijk zijn voor ons om samen te werken met concurrenten?
- Waarom werk je met die partners samen:
- optimalisatie en schaalvoordelen?
- beperking van risico en onzekerheid?
- acquisitie van bepaalde resources en activiteiten?
- Hoe zou de markt eruit zien als we deze partijen er niet bij betrekken?
- Waar hebben we in het verleden met succes partners bij betrokken?
- Wat deden we toen goed, en wat deden we fout?
- Hoe kunnen we participerende innovatie bevorderen?
- Wat zijn de mogelijkheden om samenwerkingsverbanden voor innovaties op te tuigen?
- Hoe kunnen we onze innovatiepartners erkenning geven en belonen?
9. Kosten:
- Wat zijn de kosten van alle componenten van het businessmodel?
Meer weten over dit onderwerp? Zie:
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren