12.3 - Winkelformule
De winkelformule is de propositie waarmee de detaillist de winkelende consument probeert aan te trekken. De winkelformule heeft drie bouwstenen:
- Asortiment (wat wordt verkocht). Het soort producten is natuurlijk het startpunt: boeken, bedden of badkamers? Om de formule te typeren, kijkt men naar de breedte van het assortiment.
- Doelgroep (aan wie wordt verkocht). Als criteria voor marktsegmentatie in detailhandelsmarketing komen bijvoorbeeld in aanmerking: socio-economische, geografische en koopgedragcriteria. Net als het type assortiment kan de doelgroepkeuze breed of juist smal zijn.
- Marktpositie (op welke wijze wordt verkocht). In marketingtermen wordt dit ook wel positionering genoemd. Hier gaat het om de positie op het continuüm tussen extreme service retailing (een ‘hoge’ marktpositie) en extreme low margin retailing (een ‘lage’ marktpositie).
Met zijn winkelformule onderscheidt de detaillist zich van de concurrenten. Een geslaagde winkelformule is afgestemd op het (moeilijk voorspelbare) gedrag van de doelgroep en de concurrentie. Deze afstemming is – door de veranderingen in de omgeving – een continu proces.
De winkelformule van bijvoorbeeld de Bijenkorf ziet er in een zogenoemde formuledoos als volgt uit (figuur 12.2):
Figuur 12.2 Formuledoos Bijenkorf anno 2004
Toelichting op figuur 12.2
In de formuledoos van De Bijenkorf zijn drie assen getekend, zoals we boven de figuur hebben besproken. Op de marktpositie-as is de doos hoog en op de assortimentsas is de doos breed. Op de doelgroepas is de doos relatief ondiep, omdat alleen de bovenlaag van Nederland tot de doelgroep behoort.
Op basis van de winkelformule bepaalt een detaillist zijn winkelconcept. Het winkelconcept omvat uitgangspunten voor keuzes rond de gewenste vestigingsplaats, inrichting, presentatie, assortiment en prijsniveau. Kortom: de winkelformule is abstract, het winkelconcept is meer concreet ingevuld. Men verandert eigenlijk alleen iets aan het winkelconcept of de winkelformule als de winstgevenheid langdurig onder druk staat.
Het winkelconcept van bijvoorbeeld de Bijenkorf kunnen we als volgt omschrijven:
- vestigingsplaats: A-locatie, bij voorkeur een hoekpand in het stadscentrum;
- inrichting: modern vormgegeven, luxueus maar niet overdadig;
- presentatie: mix van opvallende producten en winkelelementen met op volumeverkoop gerichte uitstallingen;
- assortiment: vooral non-food: kleding, lichaamsverzorging, kleinschalige woninginrichting, daarnaast luxueuze foodproducten, inclusief restaurantfunctie;
- prijsniveau: net onder de bovenkant van de markt, maar met prijsaanbiedingen.
Het zijn lastige tijden voor zelfstandige winkels. De optelsom van corona, inflatie en moordende concurrentie maakt dat veel winkeliers in 2023 de handdoek in de ring gooien. In sommige delen van het land, zoals de regio rond Gouda en Alphen aan den Rijn, in Twente, in de Zaanstreek en rond Culemborg en Deventer, gaat die krimp zelfs nog sneller. En dat is nog buiten klassieke krimpregio's als Friesland, Limburg en Zeeland gerekend. Uit UWV-cijfers blijkt dat in de eerste tien maanden van 2023 ruim 16.000 winkelmedewerkers in de WW zijn beland. De veranderingen in de winkelstraat zijn al langer zichtbaar: ketens als Kruidvat en Action nemen de rol over van onder meer speelgoed-, schoenen- en kantoorwinkels, net als webwinkels. De kleine zelfstandige heeft het lastig.
Meer weten over dit onderwerp? Zie:
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren